De bouwheer heeft geen rechtstreekse vordering overeenkomstig art. 150 al. 1 Wet verzekeringen tegen de verzekeraar van zijn onderaannemer (Cass. 15 februari 2019)

De bouwheer heeft geen rechtstreekse vordering overeenkomstig art. 150 al. 1 Wet verzekeringen tegen de verzekeraar van zijn onderaannemer (Cass. 15 februari 2019)

De wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen (B.S. 30.04.2014) verleent, overeenkomstig art. 150 al. 1, aan de benadeelde een eigen recht tegen de verzekeraar.

De door de verzekeraar verschuldigde schadevergoeding komt toe aan de benadeelde, met uitsluiting van de overige schuldeisers van de verzekerde.

Deze rechtstreekse vordering laat dus aan de benadeelde toe om rechtstreeks een verhaal uit te oefenen tegen de verzekeraar van de aansprakelijke (zonder hem zijn vorderingsrecht tegen de aansprakelijke zelf te ontnemen) en de verzekeringsuitkering te laten ontsnappen aan de samenloop met de andere schuldeisers.

Teneinde de verzekeraar te beschermen wordt een derde alinea aan art. 150 Wet verzekeringen toegevoegd dat bepaalt dat, indien er meer dan één benadeelde is en het totaal bedrag van de verschuldigde schadeloosstellingen de verzekerde som overschrijden, de rechten van de benadeelden tegen de verzekeraar naar evenredigheid worden verminderd ten belope van deze som.

Indien de onderaannemer volledig zelf verantwoordelijk zou zijn voor de schade dan heeft, op basis van de leer van de quasi immuniteit van de onderaannemer, de bouwheer geen rechtstreekse vordering tegen de onderaannemer.

Hij kan zich enkel verhalen ten overstaan van zijn eigen medecontractant, te weten de hoofdaannemer.

Het art. 150 al. 1 Verzekeringswet verleent een rechtstreekse vordering van de bouwheer ten overstaan van de verzekeraar van zijn hoofdaannemer doch, uit het thans voorliggende cassatiearrest van 15 februari 2019, wordt uitdrukkelijk bevestigd dat het art. 150 al. 1 de rechtstreekse vordering van de bouwheer ten overstaan van de verzekeraar van de onderaannemer uitsluit, zelfs indien de rechtbank zou oordelen dat de schade uitsluitend en alleen te wijten is aan deze onderaannemer.

De tekst van het desbetreffende arrest vindt U hierbij.

http://jure.juridat.just.fgov.be/pdfapp/download_blob?idpdf=N-20190215-3

Auteur: Frank Reynaert

Onderwerpen:

verzekeringsrecht

rechtstreekse vordering

onderaanneming

13/08/2019